Het keurmerk stelt eisen aan de productie van de grondstoffen (m.b.t. dierenwelzijn) en de verwerking daarvan (m.b.t. milieu en mens & werk) en niet aan de productie van kleding. Het keurmerk stelt aan de verwerking van de huiden dezelfde eisen als IVN Naturleder.


Op het gebied van milieu stelt het keurmerk de volgende eisen.

Grondstof- en vezelproductie: huiden mogen alleen afkomstig zijn van biologische vlees- of melkveehouderijen, of van dieren die gehouden worden voor natuurbehoud en recreatie (bijvoorbeeld herten). Dat betekent dat de dieren niet gefokt mogen worden specifiek voor leerproductie.

Van vezel naar doek: voor de bewerking en het conserveren van de huiden, mogen geen chemische producten en pesticides worden gebruikt. Het looiproces moet met plantaardige stoffen gebeuren, en het proces moet chroomvrij zijn. Daarnaast zijn er eisen met betrekking tot het watergebruik, de afvalzuivering en het gebruik van kleurstoffen. 

Op het gebied van dierenwelzijn stelt het keurmerk de volgende eisen voor grondstof- en vezelproductie. Naast de eis voor biologische veehouderijen zijn er regels voor het transport van de dieren, zowel aan de condities als aan de reistijd of -afstand (maximaal 4 uur of 200 kilometer).

Op het gebied van mens en werk stelt het keurmerk de volgende eisen.

Van vezel naar doek: bij de verwerking van de huiden mag geen sprake zijn van kinder- of dwangarbeid. Arbeiders hebben het recht om een vakbond op te richten. Er zijn eisen met betrekking tot de werktijden, minimumloon en een gezonde en veilige werkomgeving. Er zijn geen eisen voor een leefbaar loon of een eerlijke prijs.