Het Demeter-keurmerk stelt eisen aan ingangsproducten zoals tuinaarde, potgrond en teeltmateriaal: deze moeten (als het beschikbaar is) biodynamisch en anders biologisch zijn. Gangbare ingangsproducten zijn alleen toegestaan als biologische of biodynamische ingangsproducten niet beschikbaar zijn. Als het mogelijk is, moet de teler grondstoffen uit eigen bedrijf gebruiken. Meststoffen bestaan uit minimaal 25% dierlijke mest of compost van plantaardig materiaal.

Verder stelt Demeter eisen aan: energie- en watergebruik bij teelt, transport (transport per vliegtuig enkel als uitzondering en bij aantoonbare noodzaak. Compensatie is toegestaan), afvalbeheer en verpakkingsgebruik.

Demeter stelt strenge eisen aan het gebruik van bestrijdingsmiddelen. Alleen natuurlijke en mechanische bestrijding van plagen is toegestaan. Minimaal 10% van het areaal moet beschikbaar zijn voor lokale biodiversiteit en wisselteelt is verplicht.  

Demeter stelt ook sociale eisen: bijvoorbeeld met betrekking tot vakbondsvrijheid, het tegengaan van dwang- en kinderarbeid, het tegengaan van discriminatie, recht op een eerlijke vergoeding en veiligheid en gezondheid op het werk.  

Controle wordt uitgevoerd door onafhankelijke, geaccrediteerde instellingen.