Het keurmerk stelt milieueisen aan de fase voor grondstofproductie en de verwerking daarvan. Er zijn geen eisen voor het eindproduct. Op het gebied van milieu stelt het keurmerk de volgende eisen aan grondstof- en vezelproductie: huiden mogen alleen afkomstig zijn van vee uit zuivel- en vleesindustrie of van herten, rendieren en elanden.

In de van vezel naar doek-fase hebben de eisen voor leer betrekking op het gebruik van chroom en andere chemicaliën en restanten daarvan in het afvalwater. Ook zijn er eisen aan energie- en waterverbruik.

Op het gebied van mens en werk stelt het keurmerk in de fases van vezel naar doek en van doek naar kleding de verschillende eisen. De eisen volgen de ILO-standaard maar zijn nauwelijks in detail uitgewerkt.

Er is een verbod op discriminatie, dwang- en kinderarbeid. Arbeiders moeten onder gezonde en veilige omstandigheden werken. Werktijden moeten acceptabel zijn. Daarnaast hebben werknemers het recht om een vakbond op te richten. Ook ontvangen ze een minimum loon. Er zijn geen eisen met betrekking tot een eerlijke prijs of een leefbaar loon.

Controle vindt plaats door een onafhankelijke partij.