Ga direct naar de inhoud

KPMB knaagdierbeheersing

KPMB Logo Knaagdier RGB

Laatste screening: mei 2024

Op milieugebied worden eisen gesteld aan het gebruik van bestrijdingsmiddelen om schade aan biodiversiteit en aan de omgeving te voorkomen of te beperken. Van plaagdierbestrijders wordt verwacht dat ze proactief omgaan met resistentie tegen bestrijdingsmiddelen. Dit betekent dat (mogelijke) resistentie bij knaagdieren bijgehouden wordt. Om resistentie dan daadwerkelijk te voorkomen zal er gehandeld moeten worden op het moment van meldingen. Hoe dit gedaan wordt is niet duidelijk uit het certificeringsschema. Er worden geen eisen gesteld die ervoor zorgen dat bestrijdingsmiddelengebruik nóg verder beperkt wordt; iets wat mogelijk zou zijn met natuur-inclusieve knaagdierbeheersing waarbij wordt ingezet op natuurlijke vijanden en op diervriendelijke technieken om de plaaggrootte en nestlocatie te onderzoeken (zoals infrarood-camera’s in plaats van vallen).

Kijkend naar dierenwelzijn stelt het keurmerk eisen aan het voorkomen van leed of onnodige doding van de plaagdieren zelf en dienen knaagdierbeheersers ervoor te waken dat er geen andere dieren in vallen belanden of vergiftigd raken door bestrijdingsmiddelen (door deze te eten, door vergiftigde dieren te eten of door verontreinigd water te drinken). Er worden geen eisen gesteld aan diervriendelijke methodes om de plaag te onderzoeken op onder andere grootte en nestlocatie. Hierbij is het gebruik van vallen binnen het keurmerk toegestaan.

Thema's

Het opvolgen van de eisen van KPMB door plaagdierbeheersers wordt gecontroleerd door onafhankelijke, geaccrediteerde certificerende instellingen (CI’s). 

Website KPMB